Scaling betekent het neerslaan van vaste stof (zouten, kalk), oxides van metaal (roest) en dergelijke uit water. Het komt veel voor op plaatsen waar water verwarmd wordt. De reden hiervan is dat kalk slechter oplosbaar is in warm water dan in koud water. Dit komt vaak voor in warmtewisse-laars, koeltorens, stoomketels etc. die gevoed worden met hard water.
Door verhoging van de temperatuur, of verdamping van het water, of door verandering van chemische samenstelling van het water kan kalk of ijzeroxide neerslaan, als kristal.
Voorbeeld: het evenwicht tussen calciumbicarbonaat (goed oplosbaar) en calciumcarbonaat (slecht oplosbaar):
Om scaling te voorkomen en eventueel op te lossen kan gebruik gemaakt worden van verschil-lende chemische componenten die elk hun eigen specifieke eigenschappen hebben.
- Polyacrylaten
- Fosfaten en fosfonaten
- Combinatie producten
Acrylaten en fosfonaten werken vlgs het treshold effect, zodat lage doseringen reeds het gewenste effect geven.